WADLOPEN, JE MOET HET MEEGEMAAKT HEBBEN

Van tevoren heeft eenieder daar natuurlijk allerlei voorstellingen van. Tot over je knieën wegzakken in  de modder. De weg kwijt raken naar het vasteland, gevolgd door een angstige race tegen de klok. …………..En meer van dat soort romantische ideeën. De echte, ervaren wadlopers weten natuurlijk wel beter. In ieder geval verzamelden wij ons die zaterdag in september 199.. ? voor Groot Schuylenburg. Een beetje gespannen vanwege het avontuur en ook bezorgd om Frans van Melsen, die maar niet kwam opdagen. En hij was onze gids, die ook alles tot in de puntjes geregeld had.

Eindelijk, sommigen wilden al vertrekken, ontwaarden we in de verte een stip: een trimmer bleek weldra, moeizaam zeulend met een zak en andere spullen. Toegegeven, een wat vreemde combinatie, maar dat kon ook niemand anders dan Frans zijn. Een oprechte trimmer, zo dachten wij met verholen bewondering, die niet kon nalaten zelfs het traject naar de plaats van de meeting trimmend af te leggen. Hijgend legde Frans echter even later uit, dat de ketting van zijn fiets er af was gelopen, zodat de tocht noodgedwongen te voet voortgezet moest worden. We begrepen, draalden niet langer en vertrokken. Een start vanuit een mistig Apeldoorn, die niet veel goeds beloofde.  Gaandeweg klaarde het weer evenwel op. Een zeer welkome zon straalde ons tegemoet. Sommigen begonnen zich al af te vragen of de zonnebrandolie wel in de rugtas zat. Hoe meer we echter Friesland naderden, hoe donkerder de lucht. Onrustig tastten toen diezelfde optimisten van daarnet  in hun bagage naar een regencape of iets soortgelijks. Holwerd kwam in zicht en nog steeds geen regen. Zou het zo blijven ? Snel het café in voor een boterham en koffie. Toen de veerboot op. In de longroom zaten we wat stil bij elkaar. Iemand vroeg opeens of de deuren wel dicht zaten. Men keek nog bedrukter. Alex moest opeens naar buiten, zogenaamd om te zien of er al land in zicht was. Wij wisten wel beter !!!!!!! In ieder geval, Ameland werd heelhuids bereikt.

In hotel de Zon nog eens een uur wachten. Men zei: “om het water te laten zakken”. Je moest die knapen maar op hun woord geloven. Die dat beweerden hadden we aan boord ook al opgemerkt. Vreemde lieden met lange polsstokken en visgerei uitstekend uit hun rugzak. Het bleken later onze gidsen te zijn, met peilstok en portofoons.

Eindelijk braken we op en wandelde één lange stoet van mensen in een klein uur naar het strand. Weer een half uur wachten. Weer om……………….ja juist. Toen,……….we begrepen er niets van, er stond namelijk nog steeds water, mochten we aan de oversteek beginnen. Onder het water voelden we echter vaste grond. Nou ja,………… zuigend, glibberig slib. Een herrie, dat al die plassende voetstappen maakten ! Dat werd nog erger toen we door kniehoog water moesten. En verderop eindelijk land, dachten we. Dat bleek slib te zijn, waar je tot over je enkels in wegzakte. “Wanneer wordt het nou leuk ?” vroeg Willem.

“Straks”, antwoordde een ander. “Dan gaan we zwemmen”.

Waarop de eerste wit wegtrok. Toen we na drie kwartier ploeteren achterom keken, lag het strand nog vlak achter ons. En Friesland heel nevelig in de verte.

Halverwege de tocht doorwaadden we een soort vaargeul. Het water reikte daar bij de meesten tot het middel. Bij anderen zelfs hoger. Alex vroeg zich hierbij af, waarom sommigen zo lang in het midden bleven dralen. Hij had er wel een verklaring voor, maar misschien was die niet waar, of mogelijk wel, maar……… is die niet zo netjes.

Eindelijk na ruim tweeëneenhalf uur, wij waren het meer dan zat, bereikten we dan toch Friesland. Visioenen speelden ons door het hoofd van lekkere warme douches en schone kleren. De ontgoocheling kwam als een douche, een ijskoude wel te verstaan.

Voor het café stonden halve oliedrums gevuld met naar slib riekend water, pikzwart van de eerste tien lopers, die zich er al in hadden afgespoeld. Met ijzeren zelfbeheersing ondergingen wij gelaten dezelfde wasbeurt. “Dit maakt het allemaal zo romantisch” waagde iemand het op te merken. We konden hem allemaal wel…………………!!!!

Welnu, wat maakt het wadlopen eigenlijk zo leuk ?

Wij vinden vooral die rit naar het visrestaurant in Lauwersoog, waar je je zo gelukzalig te goed kunt doen aan die heerlijke vers gebakken vis en daarna dat Berenburgertje van TRIM Apeldoorn in zo’n typisch Fries stamcafé in Anjum; maar daarvoor is het wel nodig al dat andere – die ontberingen enz. – ook meegemaakt te hebben. Dat is nu het ware wadlopen.

 

Paul  Orth.